Desembrood maken


STAPPENPLAN ZUURDESEM

 

Dit is je stappenplan

Voor de starter:

 

Dag 1 Zaterdag

Meng 200 gram roggemeel met 200 gram water in een ruime bak. Zorg dat het beide op kamertemperatuur is (20 °C). Spatel dit voorzichtig door elkaar.

 

 

Dag 2 Zondag

Meng 50 gram roggemeel met 50 gram water voorzichtig door het mengsel van dag 1.

 

 

Dag 3 Maandag

Meng opnieuw 50 gram roggemeel en 50 gram water door het mengsel van dag 2.

 

 

Dag 4 Dinsdag

Voeg opnieuw 50 gram roggemeel en 50 gram water toe aan het mengsel van dag 3. Meng het er voorzichtig doorheen. De fermentatie is nu begonnen. Als het goed is, ruik je een lichte yoghurtgeur.

 

 

Dag 5 Woensdag

Meng weer opnieuw 50 gram roggemeel en 50 gram water door het mengsel van dag 4. Het volume neemt nu wat toe.

 

 

Dag 6 Donderdag

Voeg weer 50 gram roggemeel en 50 gram water toe aan het mengsel van dag 5.

 

 

Dag 7 Vrijdag

Het mengsel in de kom gaat de koelkast in. Niet afgesloten maar wel afgedekt, bijvoorbeeld door vershoudfolie met kleine gaatjes erin geprikt met een vork. Zo kan het brood niet stikken.

 

 

Dag 8 Zaterdag

Het mengsel mag uit de koelkast.

 

 

Dag 9 Zondag

Voeg weer 50 gram roggemeel en 50 gram water toe aan het mengsel.

 

 

Dag 10 Maandag

Het mengsel mag de koelkast weer in.

 

 

Dag 11 Dinsdag

Je haalt het mengsel weer uit de koelkast. Zet 125 gram van je desemstarter terug in

 

de koelkast en laat de rest van de starter uit de koelkast.



BAKKEN

 

Dag 12

Tijd om je brood te maken! Dit maak je met een combinatie van je zojuist gemaakte desemstarter en bloem. Het brood maak je als volgt:

 

– Maak het deeg met 500 gram bloem (of meel) + extra om te bestuiven, 125 gram van je desemstarter en 250 ml water. Let erop dat de bloem/het meel op kamertemperatuur (20 °C) is en je desemstarter op koelkasttemperatuur (7 °C)!

 

– Begin het deeg te kneden. Belangrijk is om op een schone werkplank te werken zonder extra bloem. Is het deeg te droog? Voeg dan wat extra water toe tot het deeg zacht en flexibel wordt. Druk het deeg zacht uit met twee handen, rol het naar je toe en kneed het weer voorzichtig om zo de werking van de gluten te versterken. Doe dit een aantal minuten.

 

– Maak nu van het deeg een mooie broodbol. Leg het deeg in de lengte voor je neer. Druk het lichtjes plat en rol weer naar je toe. Bol hem vervolgens tussen beide handen op en bestuif je ‘kiepdeel’ flink met roggebloem.

– Kneed desgewenst je eigen toevoeging door het deeg heen. Zoals stukjes gedroogde vijgen of abrikozen en gehakte noten, of een andere combinatie die jou perfect lijkt.

 

– Zet het deeg anderhalf uur weg op een temperatuur van 30 °C (dit kan in de oven of in een warme pan).

 

– Haal je broodbol uit de warmte en zet een lichte s-vorm in het brood voor een natuurlijke scheur als het uit de oven komt.

 

– Bak het brood in de oven op 240 °C gedurende 60 minuten.

 

 

Hoe nu verder?

Gefeliciteerd, je hebt je eerste zuurdesembrood met eigen starter gebakken! Hoe nu verder? Om wekelijks brood te kunnen bakken met jouw starter is het belangrijk om deze één keer per week te blijven voeden. Je kunt hiervoor roggemeel gebruiken, maar een andere soort meel mag ook. Dus: bewaar de starter in de koelkast en haal deze 1x per week uit de koelkast. Wanneer de starter op kamertemperatuur is, voeg je 75 gram meel en 75 gram water toe om je starter actief te houden. Laat dit een dag of nacht buiten de koelkast staan. Nu zul je genoeg hebben om weer 125 gram van de starter te gebruiken voor een brood, laat dit wel eerst weer even afkoelen in de koelkast zodat de starter een temperatuur van 7 graden heeft als je ‘m gebruikt. Zo bak jij elke week een eigen brood! Bak je liever 2 broden per week? Voeg dan 2x per week meel en water toe. Ook met de hoeveelheid meel en water kun je variëren, zolang de verhouding maar 1:1 is!